In het begin van het vaststellen van de tijd was er een simpel gegeven: zodra de zon op haar hoogste punt staat, is het twaalf uur; makkelijk te meten met een zonnewijzer. Zo had ieder dorp en stad haar eigen tijd. Dat was ook geen probleem, want er werd weinig gereisd.
Met de komst van transport veranderde dit: In Nederland werd door de spoorwegen een nationale tijd afgesproken. Op internationaal niveau werd de wereld verdeeld in tijdzones. Zo kan het in Sydney al “morgen” zijn, terwijl je in Europa nog aan het avondeten moet beginnen. Een leuk weetje is dat er tussen 10:00 en 12:00 wereldwijd 3 verschillende data in gebruik zijn.
Voor het bijhouden van vlieguren en planning zijn die tijdzones maar lastig. Vandaar dat er afgesproken is om alle tijden in UTC te noteren, onafhankelijk van plaats en zomer/wintertijd. Dat maakt het noteren van je vluchttijden in het logboek een stuk praktischer als je over tijdsgrenzen heenvliegt. Piloten die veel door deze tijdsgrenzen heenvliegen worden ook een ster in het omrekenen van die tijden: de rest van de wereld gebruikt immers wel de lokale tijd.
Soms zie je achter een tijd de letter “Z” staan. Militairen gebruiken overal afkortingen voor, zo ook voor de tijdsaanduiding. UTC is “Zulu”, en zo is bijvoorbeeld UTC+2 “Bravo”.
Wordt met de tijd de lokale tijd bedoeld, dan zet men er vaak “LT” achter: Local Time. Staat er geen letteraanduiding, dan mag je er vanuit gaan dat de Zulu time bedoeld wordt. De overige militaire aanduidingen worden in de civiele wereld niet tot nauwelijks gebruikt.
Dag Ralf,
Zulu tijd is gelijk aan UTC-tijd.
UTC staat voor United Time Coördinated.
Een derde afkorting die hetzelfde betekent is GMT-tijd. GMT staat voor Greenwich Mean Time.
Groetjes,
Jos