Wanneer is de laatste keer geweest dat jij een noodlanding of stall geoefend hebt? Voor de meeste piloten zal dit een tijdje geleden zijn. Ook na het behalen van je vliegbrevet moet je regelmatig tijd inplannen voor het herhalen van de diverse oefeningen. Het herkennen van stalls is zo’n oefening. Plan dus regelmatig hier een vlucht voor in, met instructeur als je dat wil. Het begin van 2010 is een goed moment om een aantal data vast te leggen.
Voordat je aan zo’n oefening begint in de lucht, moet je een aantal zaken controleren.
Op de grond
- – Restricties: Lees vooraf de POH van het vliegtuig; mag je wel een spin in met het vliegtuig? Je oefent daar wellicht niet op, maar toch noodzakelijk om dat na te gaan. In welk gebied ga je de oefeningen doen? Welke limieten gelden daar?
- – Procedures: wat is bij dit type toestel de procedures voor de diverse oefeningen? Bekijk ook de procedure voor een spin en spiral dive recovery als je overtrek oefeningen gaat doen: mocht de overtrek misgaan, dan weet je hoe je eruit moet komen.
In de lucht
- – Cockpit: zit alles vast? Geen losliggende voorwerpen zoals een brandblusser of een fles water?
- – Instrumentenpaneel: controleer olie, fuel, primer locked, navigatie lichten aan voor extra zichtbaarheid
- – Omgeving: is de omgeving vrij? Controleer of het luchtruim om je heen is vrij is van obstakels en andere toestellen; begin met een linkerbocht van 90 graden. Waarom naar links? Omdat er misschien een toestel achter je zit dat je aan het inhalen is. En inhalen in de lucht gebeurt via rechts.
- – Hoogte: heb ik voldoende hoogte om de oefening uit te voeren, ook als de oefening wellicht wat minder goed gaat? Stel dat je stall oefeningen doet, heb je dan ook nog voldoende hoogte mocht je in een spin of spiral dive komen? Pak liever een extra 1000 voet hoogte.
Het is belangrijk om regelmatig de ‘bovenwerk’ oefeningen zoals stalls en scherpe bochten te oefenen. Daarmee bouw je ervaring op voor het moment dat het onverwachts gebeurt. Veel plezier!